Sulawesi en Molukken 2010

Ceram

Vandaag nemen we afscheid van Marie en John van Rumah RP. Als je niet teveel hangt aan luxe en genoegen neemt met eenvoud, dan is dit een prima guesthouse. Marie is een vriendelijke vrouw en kan koken als de beste. Ze staat altijd voor je klaar, net als zoon John.

Marie wilde ons niet met lege magen laten vertrekken. Ze had ’s morgens vroeg alweer de lekkerste gerechten voor ons staan koken. We hebben het ons weer goed laten smaken. Maar toen was het toch echt tijd om weg te gaan. Een hele sliert kinderen liep met ons naar de steiger, want daar lag het speedbootje. We gaan niet met de grote speedboot, want die vaart niet op zondag, dus regelde Victor een speedbootje van iemand van het eiland.

Met deze boot maakten we de overtocht naar Ceram.

Het bootje heeft drie sterke buitenboordmotoren aan de achterkant hangen. We schatten dat we over ongeveer een uur op Ceram aankomen. Nadat we de steiger verlaten, varen we al zwaaiend naar iedereen op de steiger, de prachtig blauwe Bandazee op. Het bootje is klein en niet erg hoog. De mannen zitten achterin bij de motoren en stikken de moord van de benzinedampen. De jongen die de buitenboordmotoren bedient knijpt emotieloos in Tjeerd’s arm en aait over de goudblonde haartjes. Hij komt van Papoea en heeft nog nooit een blanke van zo dichtbij gezien. Zonder verdere reactie gaat hij door met zijn werk. Het bootje heeft een aardige vaart en maakt flinke klappen op het water. Ik kijk nog even achterom naar het vriendelijke en gastvrije eiland Saparua.

We komen aan op Ceram en stappen de hoge steiger op. Een levensgevaarlijke steiger, waarin veel planken missen. Maakt niet uit, we zijn al gewend aan dit soort situaties. Gewoon even hink-stap-sprong. In de haven onderbreken mannen hun werk en roepen vrolijk: “Hey mister!” naar Tjeerd.

'Hey mister!'.

We hebben een lange autorit voor de boeg. Het duurt 2,5 uur om van het zuidpunt van Ceram naar de noordpunt te komen. De wegen zijn niet overal even goed en het laatste stukje zullen we zelfs we zelfs met een boot naar de eindbestemming Sawai varen. Het laatste stuk van de weg is haast onbegaanbaar en er komen vaak aardverschuivingen voor. Onderweg zien we regelmatig dat er stukken weg het ravijn in zijn gestort. Je zou er maar niets vermoedend rijden in het donker op je fietsje.

In een groot winkelcentrum drinken we eerst even wat. Op de markt kopen we water, kroepoek en banaantjes voor onderweg.

Onderweg stappen we uit en lopen een stuk over de weg die door de jungle leidt. Prachtig groen en enorm hoge bomen. Hier en daar zien we een tropische vogel door de lucht vliegen. Ook hier op Ceram leven geen grote, gevaarlijke dieren. Een eind verderop staat de chauffeur ons op te wachten en rijden we naar de plek waar we met de boot verder varen.

De eigenaar van de boot staat ons al op te wachten en even later zitten we in een uit een lange boomstam uitgeholde boot met buitenboordmotor. Met een goed tempo varen we over de Seramzee. We passeren enorme rijen, steile bergen bekleed met ruige groene bossen. Het water is rustig en zelfs op open zee is het bloedheet.

Na een klein uurtje bereiken we de guesthouse op Sawai. We worden hartelijk ontvangen door eigenaar Ali (Alex). De guesthouse bestaat uit vierhouten paalwoningen op het water. Iedere woning bestaat uit een aantal verblijven met elk een eigen badhok. Wel een douche, maar met koud water. Het is zeer eenvoudig opgezet. Geen toeters en bellen, alleen het hoognodige. Op de kop z’n kant van het gebouw is een enorme overdekte veranda met een grote eettafel met 8 stoelen. Als je vanaf de veranda naar beneden kijkt, ontdek je in het ondiepe water prachtig koraal waar mooie vissen in allerlei maten en kleuren tussen zwemmen. We kunnen onze ogen er niet vanaf houden. Langs het water achter het complex is een moslimdorpje, eveneens met paalwoningen en met een moskee. Dat belooft wat!

Sawai, Ceram.

We installeren ons in onze verblijven en hangen wat rond op de veranda. En dan ineens staan de speakers van de moskee vol open. Het geschreeuw schalt over het dorp, het rustige zeetje en weerkaatst tegen de bergen. Mijn haren gaan ervan overeind staan, wat een rotherrie.

Het schijnt dat het dorpje sinds de moskee er is gebouwd elektriciteit heeft (voor de speakers natuurlijk). Alleen tussen 18.00 uur en 23.00 uur kan men van de elektriciteit gebruik maken (behalve de moskee). Klokslag 18.00 uur gaat de verlichting overal aan en klokslag 23.00 uur is het hier pikkedonker. Er wonen arme mensen in het dorpje die voor de elektriciteit eigenlijk 1000 roepia per dag moeten betalen. Omdat ze dat niet kunnen betalen, kunnen ze maar 5 uren per dag gebruik maken van de elektriciteit. Ook het guesthouse. We kunnen onze apparaten dus alleen tussen 18.00 uur en 23.00 uur opladen. Maakt niet uit, want we zijn overdag toch weg.

Nadat de moskee voor de tweede keer heeft gebruld, wordt de maaltijd op de tafel van de veranda geserveerd. Geen menukaart, maar gewoon eten wat de pot schaft. Het eten is prima.

Na het eten leggen we weer een kaartje….. tot 23.00 uur…… Gezellig.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!