Sulawesi en Molukken 2010

De wonderbaarlijke onderwaterwereld

Na het ontbijt bezoeken we Pulau Raja, een eilandje een paar kilometer verderop. Anwar komt ons, met zijn zoontje Danny, met de boot ophalen. We hebben onze zwemkleding al onder onze bovenkleding aan, want we gaan na het bezoek op een andere locatie dan gisteren snorkelen.

Als we het eilandje Pulau Raja naderen, horen we een enorm gekwetter in de lucht. Het eiland bestaat uit struiken en mangrovebomen die in een ondiep gedeelte van de zee groeien. Je kunt het niet met de voet betreden.Via een lange steiger, die een stuk het "eiland" in loopt, kom je tussen de bomen en struiken terecht. Wat we dan zien is ongelofelijk. In de weinige hoge bomen die er staan zitten honderden Kelelawars. Kelelawar is de Indonesische vertaling voor Vliegende hond. Ze leven alleen op dit gedeelte van de eilandengroep. ’s Nachts vliegen ze in de omgeving rond op zoek naar besjes. Op het moment dat we over de steiger lopen lijken ze door iets verstoord te zijn en vliegen kwetterend rond. Wat een mooie, grote beesten. En waarom leven ze juist met z’n allen op dit eilandje? Victor kan onze vraag niet beantwoorden.

We varen door naar Batu Supun een andere plek waar we weer gaan snorkelen. De plek is vlak langs de hoge rotsen nabij het hotel. Het is licht bewolkt, ideaal weer om te snorkelen. Gisteren zijn we tijdens het snorkelen namelijk een beetje verbrand op onze ruggen en schouders.

Met onze snorkels op zwemmen we een stukje de zee in en als we daar naar beneden kijken, lijkt het of we ons in een andere wereld bevinden. Het water is kristalhelder en het landschap onder water brult de grond uit. Een wereld in volkomen stilte, alleen de kleuren schreeuwen geluidloos. Gretig kijken we om ons heen. Zoveel koraal in verschillende vormen en kleuren. Het lijkt op een explosie van een enorm, gekleurd boeket. De ene keer zien we de vorm van een enorme, platte schijf, dan weer in een paars, vertakte vorm. En groot! De mooiste, felgekleurde vissen zwemmen ertussen door. Maanvissen gestreept in allerlei kleuren. Op de bodem liggen helblauwe zeesterren roerloos op het witte zand. Regelmatig worden we door een school vissen ingehaald. En dan zwemmen we zomaar tussen een wolk van kleine, dwarrelende, gekleurde, glinsterende, platte visjes. Alsof we ons door een kralengordijn van visjes voort bewegen. Danny en Victor hebben verderop tijdens het snorkelen een zeeschildpad zien zwemmen. Wat een rijkdom in die zee en wat een belevenis. We kunnen geen genoeg krijgen van deze wonderbaarlijkeonderwaterwereld.

Aan alles komt een eind en rond 12.00 uur varen we terug naar de guesthouse. We lunchen weer heerlijk aan de verandatafel.

’s Middags, tijdens het gebrul van de moskee, maken Tjeerd en ik een wandeling door het dorpje dat aan het water achter de guesthouse ligt. Ik wil die schreeuwlelijk van de moskee weleens van dichtbij horen. De kinderen van het dorp begroeten ons vrolijk met: “Hey mister!”. De mensen wonen hier in zelfgebouwde, houten hutten. In de straatjes is het levendig. Vrouwen lopen met wasmanden op hun hoofd naar het beekje dat vanuit de bergen het dorpje in stroomt. Bij het beekje is het een drukte van wassende vrouwen. In dit dorpje wonen echt arme mensen. Ze leven van de visvangst en van alles wat in de omgeving groeit en bloeit. Bij de huisjes aan het water liggen veel bootjes afgemeerd. Je ziet ze de hele dag door heen en weer varen naar de eilandjes rondom waar tuinen aangelegd zijn waar ze hun kruiden, fruit en sago kunnen oogsten.

Bij de moskee aangekomen merken we dat het geluid een stuk minder schalt dan bij de guesthouse het geval is. Maar toch…… ik zou er niet naast willen wonen. Naast de moskee is een plein waar jongens voetballen. We beginnen alweer aardig te transpireren en lopen langzaam terug.

Rond 16.00 uur komt Anwar, met zijn zoontje, Danny en Victor ophalen om te gaan vissen. Tjeerd en ik blijven achter. We lezen wat en luisteren naar muziek op onze Ipods. Rond 18.00 uur komen ze terug met twee visjes. Ze wilden niet echt bijten. Vanaf de locatie waar ze aan het vissen waren konden ze de zon achter de bergen zien ondergaan. Danny heeft er prachtige foto’s van gemaakt. Anwar heeft de “visvangst” mee naar huis genomen. Nu maar hopen dat moeders er tevreden mee is.

Tijdens de heerlijke avondmaaltijd op de veranda, vertelt Victor dat de bewoners van het dorp achter de guesthouse waarschijnlijk helemaal niet zo arm zijn als het lijkt. Het zijn moslims en die sparen al het geld dat ze verdienen of krijgen voor hun tocht naar Mekka. Dat is hun grootste droom. Niet te geloven, daar sta je niet bij stil.

Onverwachts begint de moskee te brullen. We kijken op onze horloges, 22.00 uur. Vreemd. dat is niet volgens het boekje. Na een half uur besluiten we, voordat het donker wordt, maar naar bed te gaan. Na 23.00 uur blijft het gebrul van de moskee aanhouden en het licht blijft ook branden. Door de herrie heen vallen we evengoed in een diepe slaap.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!